2006 - 2012

Veghels Buiten

2006 - 2012

Veghels Buiten

De ruimtelijke opgave voor Veghels Buiten bestaat uit het gefaseerd realiseren van 2000 woningen met aanvullende voorzieningen. Het nieuwe woongebied wordt niet in één keer planmatig ontwikkeld. Het masterplan van Bureau B+B is een organisch groeimodel en houdt een geleidelijke, op de behoefte afgestemde ontwikkeling in. De ontwerpers interpreteerden het gebied als een ‘Brabant in het klein’, waar in de twintigste eeuw verschillende pogingen om te komen tot een concentratie van verstedelijking zijn stukgelopen en het gespreide patroon van nederzettingen nog altijd het karakter bepaalt. Veghels Buiten is aldus opgezet als een ‘suburbane sterrennevel van dorpse enclaves’: compact bouwen in nieuwe woonkernen met circa 30 tot 250 woningen.

Locatie

Veghel

Opdrachtgever

Gemeente Veghel

Jaar
2006 - 2012
Samenwerking

Atelier Loos van Vliet

De kernen hebben elk een eigen identiteit. Ze liggen vrij in het landschap en worden verbonden door een eenvoudig, nieuw bochtig lint met een landelijk karakter en een lage toegestane rijsnelheid. Op basis van het oude verkavelingspatroon onthouden nieuwe coulissen de bezoeker van verre zichten en wekken ze de verwachting van een eindeloos onthaast landschap. Tussen de enclaves ligt een fiets- en voetpadenstructuur die gebruik maakt van oude zandpaden. Extensieve veehouderijen, eventueel gecombineerd met hobbyboeren en paardenweides, zullen de basis vormen van het landschapsbeheer. Het watersysteem bestaat uit vloeivelden, bestaande watergangen en een nieuwe ecologische greppelstructuur.

Het masterplan onderscheidt twee landschappelijke eenheden: de oude ontginning, een kleinschalig landschap met kronkelige linten en mooie doorzichten en de nieuwe ontginning, een regelmatig, meer open boomkamerlandschap. Op de oude ontginning wordt niet drastisch uitgebreid; waar mogelijk worden kleine hoeveelheden woningen toegevoegd, meestal achter de bestaande kernen. Op de nieuwe ontginning is de nieuwbouw te gast in het Brabantse land, maar is het landschap flexibeler en, volgens de ontwerpers, meer bereid zich aan te passen.

In totaal zijn er drie typen enclaves, oplopend in grootte: de erfenclave, de hofenclave en de kloostertuinenclave.
De typologie van de erfenclave is geïnspireerd op het boerenerf: een erf met een entreewoning en opstallen in de vorm van geschakelde en rijwoningen aan het landschap. De hofenclave is geïnspireerd op de boerenhoeve. Ze zijn middelgroot en bestaan uit één of meerdere door bebouwing omsloten hoven, en een buitenrand van kavels aan het landschap. De kloostertuinenclave is met maximaal 12 hectare het grootste gebouwcluster. De enclave bestaat uit woonvelden met één of meerdere, op de Brabantse kloostertypologie toegespitste bebouwing en tuinen. Er is plaats voor drie of vier kloosterenclaves. De exacte locatie en de hoeveelheid van de enclaves liggen niet vast, maar zal telkens bepaald moeten worden afhankelijk van de landschapsstructuur en beschikbaarheid van grond