1998 - 2001

Waldpark

1998 - 2001

Waldpark

In Potsdam vond, net als in veel andere voormalige Oost-Duitse steden, op grote schaal stadsvernieuwing en stadsuitbreiding plaats, op veel plaatsen resulterend in identiteitsloze nieuwbouw. Met zijn vorstelijk verleden als troef pakte de stad Potsdam het anders aan. De traditie van de uitgestrekte landschapsparken van de Pruisische koningen en hun adel werd doorgezet in het plan voor een nieuw noordelijk stadsdeel met maar liefst 7000 woningen. In het hart van de wijk, op het Bornstedter Feld, een voormalig Russisch militair oefenterrein, ontwierp Bureau B+B het 16 hectare grote Waldpark, aanvankelijk als onderdeel van de Bundesgartenschau 2001, een belangrijke nationale tuinshow.

Locatie

Potsdam

Opdrachtgever

Entwicklungsträger Bornstedter Feld Treuhänder der Stadt Potsdam

Jaar
1998 - 2001
Samenwerking

Büro Thomas M. Dietrich, Boss & Frey Architekten, Tineke Blok

Oppervlak

16 ha

 

 

De stad stond een echt gebruikspark voor ogen met sport- en spelfaciliteiten als aanvulling op de vorstelijke tuinen die vooral voor cultuurliefhebbers en wandelaars aantrekkelijk waren. De ruwe charme van de nog aanwezige loopgraven, betonelementen en tankwallen moest intact blijven. Tegelijkertijd stond het behoud van de ecologische waarden voorop. Bureau B+B koos ervoor te ontwerpen met de randvoorwaarden, waardoor de tegenpolen natuurbescherming en recreatie in het ontwerp beiden volledig tot hun recht kwamen.

Aan het bestaande boslandschap en de militaire rudimenten werd niet veel veranderd. Eenvoudige ingrepen bleken voldoende om de ruigte tot park te maken. De verschillende biotopen op het terrein werden ingedeeld in gevoeligheidsklassen. Waar de natuur meer bescherming behoeft, liggen simpelweg minder paden. Een aantal plekken is zelfs helemaal niet toegankelijk voor het publiek. Het interessante is dat dit juist niet de ecologisch meest waardevolle plekken waren, maar de gebieden die vanwege takbreuk en omvalgevaar van de bestaande bomen geruimd zouden worden. Deze ‘eilanden’ zijn omheind met takkenbossen en vormen nu onderzoekslocaties voor de universiteit van Brandenburg. Ondanks deze no-go-zones zorgt het maar liefst vijf kilometer lange padenstelsel ervoor dat je als bezoeker het gevoel hebt vrij door het gebied te kunnen bewegen.

Het intensieve programma is geconcentreerd aan de randen van het park, rondom vier ‘terminals’: grote, steenrode betonelementen uitgerust met glijbanen, klimgrepen of trampolines. Hun vorm en gebruik is niet in één oogopslag te doorgronden. Hierin schuilt hun kracht: je kunt erop zitten, kijken, zonnebaden, picknicken en ze inzetten als decor voor theatervoorstellingen en concerten in de openlucht. De magische aantrekkingskracht van de terminals bundelt het recreatieve gebruik van het Waldpark, alleen de natuurliefhebber baant zich een weg dieper het park in.