Door het lange gebouwvolume in drie delen uit elkaar te schuiven ontstond er op een vanzelfsprekende manier een voorplein en verschillende beschutte buitenspeelruimtes. Aan de noordzijde van het schoolgebouw is een separaat sportgebouw ontworpen, met drie gymzalen en een therapiebad. Daarnaast staat een kapschuur waarin techniek- en groen-lessen worden gegeven. De indeling van de buitenruimte maakt het mogelijk dat verschillende groepen gescheiden van elkaar kunnen spelen in hun eigen speelzone. De begrenzing van deze zones is geen harde scheiding, maar biedt eerder intimiteit in het schoolplein. Door levende wilgentenen toe te passen als scheiding tussen de verschillende speelcompartimenten krijgt het plein een groene uitstraling. Daarnaast zijn de objecten zoals de wilgentunnels, de wilgenhutten en wilgenhagen een aangename speelaanleiding. Deze zijn echter zo vormgegeven dat de de leerkrachten goed overzicht behouden over de spelende leerlingen.

Op het naastgelegen terrein – de tweede ‘slag’ in het slagenlandschap – ligt een groot parkeerterrein waar ’s ochtends en ’s middags veel busjes en auto’s aankomen en vertrekken. Om op het uitgestrekte schoolterrein de weg te vinden, volgen de kinderen de pootafdrukken in de paden van hun eigen dierenspoor. Dit spoor slingert over vloeiende paden en leidt hen, via afbeeldingen op de gevel, naar de juiste entree.